Hoeckse vrijdag
Op deze vrijdag gaan we niet nog een keer vertellen hoelang de rij het Hoeckse uit was of dat we hebben moeten krabben. Maar niet dat we niet baalde deze morgen toen we eerst moesten krabben en daarna in een rijtje door het Hoeckse trokken. Om zo het landschap in ons op te nemen en langzaam wakker te worden in het weidse en zijn vrijheid. En na een periode van langzaam wennen aan het licht komen we dan toch aan op ons werk in het Hoeckse. Waar iedereen toch wel met enige spoed naar binnen wil door de opkomende koude die het weekeinde gaat bepalen. Terwijl we toch zo hoopte op de lente na de eerste warme dagen van dit jaar. Maar omdat dit slechts een speldje prikje was om ons alert te maken. Want ondanks dat we een beetje van alles langs hebben zien komen bij de winter hoort nu eenmaal koude. En die koude moeten we de komende dagen zien te omarmen om zodoende genieten van het gegeven. Maar of we ook al vlug weer op de ijzer kunnen hangt een beetje af van de periode dat de vorst het Hoeckse in bedwang houdt. Gelukkig is er voor die tijd de voorpret van het proberen of het ijs al dit genoeg is. Maar ook een wandeling door het weidse heeft een extra dimensie als de vorst over het gras ligt. Soms is het zelfs alsof je verder kan kijken in het weidse als er vorst in de lucht zit. En op zulke momenten genieten we nog meer van het weidse van het Hoeckse. Zo voelen we ons vrij en lijken euforisch van blijdschap omdat dit een andere kant is van het weidse Hoeckse. Waarbij met weinig kleur weet de natuur er toch weer een plaatje van te maken in het Hoeckse onder een laagje vorst.