Hoeckse woensdag

Vanmorgen nog even gedacht waarom onze huizen zulke grote ramen hebben terwijl we ze s ’nachts niet open kunnen zetten in het Hoeckse. Terwijl we alleen doormiddel van twee tunnels en brug en een pont aan het vaste land zijn verbonden. Het zou dus vrij simpel moeten zijn om het Hoeckse te veranderen in een smart Island waar we weten wie er wel en niet hoort. Zodat we alles gewoon open kunnen houden en waar vrijheid blijheid is voor elke inwoner. Maar ook van de mensen van buiten die het verschil weten tussen mijn en dein en dus niets verplaatsen wat niet voor verplaatsing bestemt is in het Hoeckse. Zodat een ieder in volle teugen kan genieten en niet bang hoeft te zijn dat er dingen worden verplaatst in het Hoeckse. Wat inhoud dat bij thuiskomst alles gewoon nog staat waar je het achtergelaten in het Hoeckse. Waardoor je gewoon kan genieten van de niet triviale dingen in het leven zonder de angst van verlies. Want vrijheid is alleen leuk al je er zeker van bent dat niemand je vrijheid weer afneemt. En je terug geworpen wordt naar het begin van de weg naar de vrijheid in het Hoeckse. Waar de weidsheid alleen niet zorgt voor het gevoel van vrijheid omdat we inmiddels ook hechten aan materiele zaken. Hierdoor is het weidse ook een gevaar omdat dingen in het niets kunnen opgaan zonder dat iemand iets heeft gemerkt of gezien. Gelukkig zijn er ook dingen die wel opgemerkt worden en een stukje van het geluk zijn dat je kan ervaren in het Hoeckse. Waar vrijheid de weg naar het geluk kan bespoedigen als we maar minder waren gebonden aan de materialistische dingen om ons heen. Dit terwijl de leegheid in het weidse ons het goede voorbeeld geeft in het Hoeckse. Puilen onze huizen steeds meer uit van de dingen die we kunnen aanschaffen om daarna niet te gebruiken in het Hoeckse.