Hoeckse
Is het dan 1 april in het Hoeckse waar we dus eigenlijk voor op bed zouden willen blijven, om de slechte grappen te ontlopen. Echter behalve slechte grappen zijn er ook die een pluim verdienen in het Hoeckse. Waar een collega een uurtje later op het werk is deze morgen en doodleuk zegt als men vraagt of hij zich verslapen nee natuurlijk niet. Ik trap niet in alle klokken een uur vooruit op de dag voor 1 april in het Hoeckse. En zodoende was de nacht van zondag op maandag voor deze medewerker een uurtje langer dan voor alle anderen in het Hoeckse. Want ook de baas kon de humor van deze verklaring wel inzien en liet het erbij. Wat op de afdeling dan weer wel voor wat afgunst zorgde voor de andere die niet aan deze opzet hadden gedacht. En zo blijkt dat ook in het Hoeckse de lijn tussen fictie en non-fictie maar een hele dunne is. Maar goed dat niet iedereen zo goed is in het omzetten van fictie naar non-fictie in het Hoeckse. Anders had het kantoor deze morgen wel heel erg leeg is op deze eerste dag in april. Maar alle gekheid op een stokje er moet natuurlijk ook gewerkt worden en dat valt nog niet mee. Het uurtje minder slapen is ons schijnbaar niet in de koude kleren gaan zitten. Zeker aan het einde van de dag lijkt zich dat te openbaren door allerlei pijntjes die onverklaarbaar zijn. Ook lijken de ogen zich achter het beeldscherm op de pauze stand te zetten. Waardoor de beeldschermen op mijn werkplek zich eerder dan verwacht op zwart lijken te schieten. Waardoor het Hoeckse even heel klein is en er geen sprake meer is van weidsheid naar eerder van een blik op onze ziel. Nu kijken hoelang we dit gevoel houden en of het zich vanzelf oplost in het weidse van het Hoeckse.