Hoeckse dinsdag
En konden de meeste van ons nog droog op het werk komen deze morgen in het Hoeckse maar na negen uur was dat zeker niet meer zo. Even leek het water welke door de eeuwen heen uit het Hoeckse in het Hollandsdiep werd gepompt. Zich op slinkse wijze weer meester wist te maken van de landerijen binnen de dijken. En hadden we aan het begin van de zomer nog het idee dat het wel eens een droge zomer kon worden. Tussen negen en drie liet de natuur zijn onverschilligheid nog maar eens zien. Doormiddel van een aaneengesloten stroom van water die ons van boven wist te bereiken zoveel zelfs dat we ons afvroegen wanneer het zou stoppen. Want op een gegeven moment had het meer daar drie uur achter elkaar geregend zonder een moment van droogte. Iets wat we eigenlijk alleen van de verhalen kennen rondom een ark die een basis moest leggen na een grote overstroming. Niet dat deze uurtjes met regen in enigerlei wijze lijkt op de zondvloed die vooraf ging aan het nieuwe begin waarvan het verhaal spreekt. Maar voor de meeste van ons was de aanhoudende regen genoeg om nog eens na te denken om het hoger op te gaan zoeken. Naar een plaats die boven de zeespiegel ligt terwijl het Hoeckse waarschijnlijk bij een zondvloed ook zou functioneren als een ark. Aangezien onder de veenlaag waarop we leven nu eenmaal al een grote hoeveelheid water kent. Wat eigenlijk betekend dat we met het Hoeckse nu ook al drijven alleen de tunnels en de brug zouden op een gegeven moment niet meer meegeven. Waarna we dus weer als eiland zouden moeten bestaan in de grote water vlakte om ons heen. Waardoor er voor het Hoeckse weer een ander tijdperk ontbreekt langs de overs van het nieuwe land. Waarbij onze oude buren natuurlijk erg zouden worden gemist maar waar het voortbestaan van het Hoeckse verzekerd is.