Hoeckse dinsdag

En het begint alweer te wennen wakker worden om zes uur in het Hoeckse en daarna ruim de tijd om je kaar te maken voor de nieuwe dag. Die steevast lijkt te beginnen met een kleine vertraging op weg naar het werk en wat mensen die schijnbaar later wakker waren. Om nu met grote spoed het Hoeckse te doorkruisen naar het werk op of buiten het eiland. Eenmaal daar blijkt er nog een zee aan tijd over en is al dat gehaast eigenlijk nergens goed voor geweest. Behalve dan waarschijnlijk het gekrente ego wat door een kleine trigger niet het juiste signaal heeft ontvangen. Soms lijkt het wel eens of dat deze opgefokte medebewoners eigenlijk het eiland voor zichzelf willen hebben. Of dat nu echt is omdat ze de kwaliteiten hebben die we anders zouden moeten ontberen blijft dan soms wel de vraag. Een vraag waar we eigenlijk allemaal een antwoord hebben wat we dan maar weer niet uitspreken in het Hoeckse. Waar soms leven en laten leven belangrijker is als de innerlijken stem die heel iets anders voor ogen heeft. Gelukkig geven we daar dan niet aan toe en zijn we heeft rustig en gecontroleerd zoals het een goede inwoner van het Hoeckse betaamt. Want niet voor niets heeft de noeste arbeid van een paar monniken ervoor gezorgd dat er ooit een Hoeckse is ontstaan. Ze zochten naar land op een plaats die van niemand was en waarvan zij eigenaar konden worden. Aan de randen van het bedijkte land waar het slip zich weer gaat afzetten en zo het begin van nieuw land vormde. Wat met het aanleggen van dijken hindernissen voor het binnen stromende water sneller verloopt. Met dit nieuw gewonnen land konden de klooster zich ontwikkel tot welvarende nederzettingen op het veenland. Waar door de vruchtbare grond die ook nog eens makkelijk kon worden bewerkt en een goede opbrengst gaf.