Hoeckse dinsdag

Kunnen we maar moeilijk uit bed komen omdat we nu eenmaal niet kunnen wennen in het Hoeckse en gewoon in bed willen blijven. Datzelfde bed wat een week geleden nog te warm was om in te blijven liggen voelt nu weer lekker aan. Alsof een jas hebben aangetrokken die behalve goed past ook lekker warm is een wonder in het Hoeckse. Waar we dagen achter de rug hebben waarin elk stukje kleding gewoon te veel van het goede was. Maar goed dat niet altijd hetzelfde is anders zouden we het een sleur kunnen noemen in het Hoeckse. En als we ergens wars van zijn dan is het van het idee dat we in een sleur zitten in het Hoeckse. Waar eigenlijk al het werk wat we doen repeterend is en zich dus herhaal met dezelfde uitkomst. Alsof je iedere dag weer je hoofd buigt over een som waar je op voorhand het antwoord van weet. Terwijl we eigenlijk vrije denkers zouden moeten zijn die worden gevoed door de weidsheid van het Hoeckse. Echter die vrijheid hebben we verloren toen we in zee zijn gegaan met het kapitalisme in het Hoeckse. Nooit meer te vreden wat we hadden in het Hoeckse en altijd opzoek naar meer en nieuwe uitdagingen. Terwijl de grootste uitdaging ligt in het weidse op de drempel van et Hoeckse maar niemand die dat nog lijkt te zien. Huisje wel te vree was jarenlang een uitdrukking die iedereen bezigde in het Hoeckse maar die tijd ligt achter ons. Tegenwoordig is het nooit genoeg of groot genoeg in het Hoeckse maar dit vormt dan wel weer een gevaar voor het eiland. Want wat zijn we bereid op te offeren voor onze drang naar meer en meer in het Hoeckse. En hoe krijgen we een rem op onze ambities die tot ver in de hemel van het Hoeckse rijken.