Hoeckse woensdag
Eens te meer realiseren we ons vanmorgen dat er zowel in de dag en de nacht uren te weinig zitten in het Hoeckse als we alles willen. En daarbij sneuvelt er iedere keer wel wat de ene keer is dat een uurtje slaap, de andere keer een afspraak of een maaltijd. We lijken er ons gewoon bij neer te leggen dat we zoveel moeten en niet meer lijken te kunnen beslissen wat we zelf zouden willen in het Hoeckse. Waar we door het weidse eigenlijk gewend zouden moeten zijn aan vrijheid lijkt het in de praktijk anders uit te pakken in het Hoeckse. Moeten we dan eerst de noodstop ervaren voor we instaat zijn te zien hoe dingen echt in elkaar zitten in het Hoeckse. Of kunnen we voor dat het zover is aan de noodrem trekken en de trein tot stilstand dwingen in het Hoeckse landschap. Iets wat een paar jaar geleden niet tot de mogelijkheden hoorde omdat er simpelweg geen trein door het Hoeckse reed. Inmiddels is dat anders en kunnen we te pas en te onpas deze uitdrukking gebruiken in ons taalgebruik. Zo zie je langzaam en zeker dus het Hoeckse om je heen veranderen en evolueren tot iets wat niet iedereen zal bekoren maar wat vooruit gang heet. Al vragen de meeste van ons nog steeds af, wat het nut van die hogesnelheidstrein door het Hoeckse voor het Hoeckse heeft. Behalve dat het ons taalgebruik heeft verandert kan ik niet echt iets vinden wat door de trein werd toegevoegd. Maar goed vrijheid leert je ook dat niet alles een doel hoeft te hebben en dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken. Een goed voorbeeld hiervan is de hartelijkheid waarmee er wordt gepraat over een grote gemeente in het Hoeckse. Terwijl er onder de oppervlakte een strijd gaande is om de algehele macht over het gehele Hoeckse.