Hoeckse zaterdag
Laat me extra vroeg opstaan omdat ik gewoon niet zeker weet of ik alles op tijd kan klaar hebben vandaag in het Hoeckse. Waardoor de nacht extra kort is en ik eigenlijk lijk te slaapwandelen in het weidse van het Hoeckse. Niet dat je al slaapwandelend niet heel veel kan doen maar het heeft toch iets weg van slow motion. Net alsof je dingen pas oppikt als ze al voorbij zijn en je kans is verlopen waardoor een herhaling uitblijft. Eigenlijk lijkt het op de staat waarin je zou zijn als je tegen een glazendeur bent gelopen in het Hoeckse. Iets wat niet vaak voorkomt maar eens in de zoveel tijd is er iemand die dat overkomt in het Hoeckse. Meestal omdat dat er iemand anders achter het glas staat waardoor je even niet goed oplet en dan zit een ongelukje in een klein hoekje. Meestal loopt het dan ook wel weer af met een sisser maar soms blijft het wel wat langer hangen. En voel je de dreun de hele dag in je lijf terwijl je andere verteld dat het best meevalt. Lijkt het of je lijft een ingebouwde trilplaat is die maar niet wil stoppen met trillen. En omdat dit binnen in je lijf lijkt te gebeuren vertoon je uitlijk weinig aanwijzingen die ander kunnen oppikken. Waardoor je de schijn kan op houden dat je aanvaring met het glas niet noemenswaardig is. Want ondanks het feit dat we niet zo zijn van het uiterlijk vertoon willen we uiterlijk ook niet vertonen dat we pijn hebben. Wat een teken van zwakte zou zijn voor diegene die met zijn lijf tegen het glas belande. Maar helaas gebeuren zulke dingen maar sporadisch in het weidse van het Hoeckse. Waardoor de kans dat we het een keertje getuigen zullen van dit schouwspel kleiner is als het vinden van een pot goud in het Hoeckse.